NieuwsMagazine

De Aard van het Beestje

Redactie: Gerben de la Rambelje
Auteur: Daisy de Joode ● d.m.rasing@avisi.nl
Daisy Rasing
In de TestNet Voorjaarsspecial 2014 hebben jullie in mijn artikel ‘De aap uit de mouw’ een introductie kunnen lezen over gedragsherkenning en gedragsbeïnvloeding. Aan de hand van luchtige metaforen heb ik hier navolging aan gegeven door een workshop te geven op het TestNet Voorjaarsevent. ‘Mijn collega is een aap’ is de titel van de workshop, wat een nieuwsgierig geworden gezelschap naar mijn workshop toe heeft gelokt. In dit vervolgartikel lees je een verhelderende résumé van de workshop met een verdiepende inslag ter afsluiting.
 
Workshop ‘Mijn collega is een aap’
Na een korte voorstelronde liet ik de deelnemers langzaam kennismaken met onze ‘oerreacties’. Reacties die wij allen kennen en die van oorsprong afkomstig zijn uit de dierenwereld. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • Een slecht voorgevoel hebben, afkomstig van ons instinct;
  • Weglopen tijdens een verhitte discussie, afkomstig van vluchtgedrag;
  • Mannen die vechten om een vrouw, afkomstig van dominantie;
  • Zwangere vrouwen die het huis tiptop in orde maken, afkomstig van nesteldrang.

Vervolgens maakten we kennis met de theorie van Timothy van Leary en was de beurt nu aan de deelnemers. Ik toonde enkele BN’ers, waarna zij kenmerken van deze personen mochten roepen. Na een aantal kenmerken te hebben genoteerd, hebben we gezamenlijk geprobeerd om hier een specifiek dier aan te koppelen die deze kenmerken bezit.
 
Een greep uit de bevindingen:
Gordon bezit volgens de deelnemers kenmerken als dominant, aanwezig, uitbundig, irritant, chaotisch en primair reagerend. Als Gordon een dier was, dan zou hij zijn: een wesp, Chihuahua, pauw of mug.
Chazia Mourali bezit kenmerken als streng, kattig, onzeker, intelligent, arrogant en berekenend. Als Chazia een dier was, dan zou zij zijn: een slang, hyena, tijgerin of lynx.
Met de toegekende kenmerken voor Gordon en Chazia kun je het eens zijn of niet. Iedereen is anders, dus ieder mens reageert anders op Chazia en Gordon. Een interessante gedachte.
 
Na deze opwarmer is het tijd voor toepassen op de eigen situatie. Iedere deelnemer visualiseerde een anonieme collega, waarmee de samenwerking stroef verloopt. Deze collega wordt vervolgens vertaald in de kenmerken die deze persoon bezit. En ook hier werd uiteindelijk een dier aan gekoppeld.
 
Voor mij was het bijzonder om te zien dat deelnemers een levendige fantasie hadden en daardoor deze anonieme collega echt tot leven brachten, maar dan in een dierlijke gedaante. Door niet direct naar de persoon te kijken, maar naar een metafoor voor deze persoon, is het makkelijker om objectief een gespreksstrategie te bepalen. Op deze manier ben je in staat om in de toekomst beter om te gaan met jouw ‘lastige’ collega. Je krijgt inzicht in gedrag en in hoe om te gaan met reacties kenmerkend voor die persoon. Maar voor een gesprek heb je twee personen nodig, dus ook het gedrag van de deelnemers zelf werd op eenzelfde wijze in kaart gebracht.
 
Het resultaat: twee verschillende soorten dieren, jij en je anonieme collega. Hoe zouden de dieren reageren wanneer ze elkaar tegenkomen? Zijn het vrienden, elkaars voedsel of beschermen ze elkaar juist? De opdracht die volgde was: kruip in de huid van het dier dat jou symboliseert en bedenk enkele tactieken die je uit zou oefenen op het dier dat tegenover jou staat tijdens een confrontatie, zoals een meningsverschil. Door deze luchtige aanpak, worden er creatieve, maar vooral effectieve technieken bedacht. Een voorbeeld:

  • Hond (jij): je kunt blaffen (op je strepen staan), hard rennen (hard werken), maar ook goed luisteren.
  • Panda (collega): hij/zij is wat lui, gek op voedsel, eigenzinnig en dominant.
  • Mogelijke fictieve situatie: panda en hond staan lijnrecht tegenover elkaar (bijvoorbeeld tijdens een discussie). Nadat de panda agressie vertoont richting de hond, klimt de panda in een boom (jouw collega loopt bij je weg). De hond haalt bamboe voor de panda (je lokt je collega bij je terug), waarna de panda naar beneden komt en beseft dat de hond iets lekkers voor de panda heeft gehaald. Panda zal nu minder snel agressief gedrag vertonen richting de hond.
  • Techniek: zorg dat je vlak voor een moeilijk gesprek iets positiefs voor de ander doet of te melden hebt. Verbeter je positie vooraf en de ander zal minder heftig reageren door bijvoorbeeld weg te lopen of aanvallend te reageren. Dit kun je al bereiken door iets heel kleins. Vlak voor een potentieel lastig gesprek loop je naar je collega en zeg je: ‘Zo, ik haal eerst even een bak koffie voor ons en dan kunnen we beginnen.’

 

Actie is reactie
Wat gebeurt er in het voorgaande voorbeeld door eerst koffie te halen? Jij neemt de leiding (bovengedrag) en ‘geeft’ iets aan jouw tegenspeler. Hierdoor neemt deze persoon een aanpassende, volgende houding (ondergedrag) aan. Omgekeerd nodigt volgend gedrag van de een uit tot leidend gedrag van de ander. De Roos van Leary laat dit zien in de volgende illustratie:

013_leiderschap_invloedstijlen_roos_van_leary1
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Bron: Nieuwenhuis, M.A., The Art of Management (the-art.nl), ISBN-13: 978-90-806665-1-1
 
De verticale as toont de gedragsdimensie van boven- en ondergedrag. De horizontale as visualiseert jouw positie tegenover de ander: de ik (tegen) en wij (samen) as.

  • Samengedrag kenmerkt zich door woordgebruik als ‘wij’, ‘ons’ en ‘samen’. Het is relatiegericht.
  • Tegengedrag kenmerkt zich juist door ik-gerichte interactie. De persoon richt zich voornamelijk op inhoud en eigen inzichten.

In tegenstelling tot boven- en ondergedrag (dat een tegengestelde reactie oproept) is samen- en tegengedrag juist ‘besmettelijk’. Tegengedrag roept tegengedrag op en samengedrag roept samengedrag op.
 
De twee assen verdelen de Roos van Leary in vier kwadranten (leidingnemend, aanpassend, defensief en aanvallend). Deze kun je goed gebruiken bij het bepalen van een geschikte gespreksstrategie. Concreet zorgt dit voor de volgende beïnvloedingsstrategieën:
 

Leidingnemend gedrag (boven-samen)
De dieren die ik schaar onder het leidingnemende kwadrant zijn honden en paarden. Als iemand zich leidingnemend opstelt, zal dat bij de ander aanpassend gedrag oproepen. Sta je juist tegenover iemand die leidingnemend gedrag vertoont, dan kun je dit gedrag beïnvloeden door aanvallend gedrag te vertonen. Hierdoor wordt de ander gedwongen zich defensief op te stellen.
 
Defensief gedrag (onder-tegen)
Mocht je iemand kennen die zich meer kenmerkt als een stier of een bij, dan zal dit bij jou aanvallend gedrag oproepen. Het defensieve gedrag van de ander kun je beïnvloeden door zelf een aanpassende houding aan te nemen. Hierdoor wordt het initiatief bij jouw tegenspeler gelegd en wordt deze meer leidingnemend.
 
Aanpassend gedrag (onder-samen)
Symboliseert jouw tegenspeler een kameleon of olifant, dan zal dit bij jou leidingnemend gedrag oproepen. Wil je dat jouw tegenspeler zijn gedrag verandert, dan dien je een defensieve houding aan te nemen. Jouw tegenspeler zal vervolgens een meer aanvallende houding aannemen.
 
Aanvallend gedrag (boven-tegen)
Tot slot kan je te maken krijgen met leeuwen en schorpioenen. Jouw reactie op hun aanvallende strategie is alle muren omhoog om je defensief op te stellen. Wil je deze cirkel doorbreken, neem dan een leidingnemende houding aan. De leeuw of schorpioen zal veranderen zich aanpassend opstellen.
 
De truc: blijven oefenen
Omdat wij als testers vaak in het middelpunt van de organisatie staan, hebben juist wij vaak te maken met allerlei soorten gedragingen van mensen en is het de kunst om hier op een zo’n effectief mogelijke manier mee om te gaan. Het zal waarschijnlijk niet in een keer lukken om gesprekken te beïnvloeden. Dat is helemaal niet gek. De truc is om te blijven oefenen om gedrag te analyseren van jezelf en anderen om jou heen. Probeer het eens en je zal zien dat jij binnenkort in gesprekken met allerlei soorten dieren de aard van het beestje kan herkennen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *