NieuwsMagazine

Ervaringen van DEWT: het TestNet Najaarsevenement (2)

Door Philip Hoeben (in name van DEWT) ● philip.hoeben@aaa-ictdetachering.nl

Philip_HoebenOp 31 oktober 2013 vond het TestNet Najaarsevenement plaats in Nieuwegein. De leden van Dutch Exploratory Workshop on Testing[1] (DEWT) waren aanwezig bij deze conferentie. Het thema van het evenement was ‘Exploring context-driven testing – a new hype or here to stay?’. Wij willen met dit artikel de ervaringen die we hebben opgedaan tijdens het evenement delen met de TestNet-gemeenschap.
Vorige week werd deel één van dit artikel gepubliceerd. Zie <LINK>. Deze week het tweede en laatste deel.
Aspecten uit presentaties die minder voldeden aan de context-driven presentatie heuristieken
Er is nog onbegrip over bepaalde aspecten van context-driven testing, waarvan we een aantal willen uitdiepen. Eén aspect is het begrip context, dat vaak heel beperkt wordt ingevuld. Voorbeelden hiervan zijn:

  • context is de opdracht van de klant;
  • context is de gehanteerde ontwikkelmethode.

Volgens ons is context niet iets statisch en vastomlijnd, maar dynamisch: alles wat in een project gebeurt én invloed heeft op het project is onderdeel van de context en kan per definitie niet in een lijst vastgelegd worden. Om hiermee om te gaan is het belangrijk dat een tester allereerst begrijpt wat context is, in staat is zijn eigen context te kunnen waarnemen en te analyseren en over de vaardigheden beschikt om zich aan te kunnen passen aan de steeds veranderende context. Het spreken over kaders waarbinnen je altijd moet werken kan ertoe leiden dat je niet ontvankelijk bent voor die steeds veranderende context.
phoca_thumb_l_rik_3647Het mixen van scholen is een ander wijdverbreid misverstand. Een aantal sprekers, zoals Wim Ten Tuscher en Eibert Dijkgraaf, pleitte voor een benadering die bestaat uit een mix van scholen waarbij je afhankelijk van de context beter voor de ene school kunt kiezen en in een andere context beter voor een andere school kunt kiezen. Vanuit de context-driven gedachte is de reactie hierop heel simpel: dat kan niet! Het is opmerkelijk waarom sommige sprekers denken dat dit wel kan. Het misverstand is dat mensen artefacten met paradigma’s verwarren. Uiteraard kun je in iedere school gebruikmaken van testtechnieken, zoals beschreven in bijvoorbeeld TMap of ISTQB. Zo kan je ook in iedere school gebruikmaken van bijvoorbeeld session based testmanagement, wat door de context-driven school is geïntroduceerd. Dit is echter geen mix van scholen, maar van artefacten uit of gebruikt door de scholen. Een tester uit de factory school die gebruikmaakt van context-driven artefacten, is niet opeens een beetje context-driven. Een context-driven tester die gebruikmaakt van artefacten die door de factory school zijn beschreven, is niet opeens in bepaalde mate een factory school tester. Het antwoord op de vraag wat testen is of wat testen behelst, verandert niet door artefacten uit verschillende scholen te mixen.
Een opvallend punt zijn de niet-onderbouwde claims zoals ‘context-driven testing kun je niet toepassen in complexe ketentesten’ of ‘in een bepaalde situatie kun je het best een aanpak uit een bepaalde school nemen’. Ons advies is om hierbij drie krachtige vragen van James Bach te gebruiken om kritisch te denken:

  1. Huh? (Begrijp ik echt wat er gezegd wordt?)
  2. Echt waar? (Hoe weet ik dat het waar is?) en
  3. Dus? (Is dit de enige oplossing? Nou en?).

Niet-onderbouwde claims zijn vaak niet gebaseerd op ervaringsverhalen, laat staan gedegen onderzoek, maar op aannames waarvan het niet duidelijk is wat deze zijn of waar ze vandaan komen. Als deze aannames niet kritisch bekeken worden, is de informatie niet te interpreteren.
Wat ook opvalt, is dat er soms te eenvoudig gedacht wordt over context-driven testing. Hierbij wordt context-driven testing gereduceerd tot de context-driven principes die een universeel karakter krijgen. Of context-driven is boerenverstand, het zijn alleen maar semantische discussies, het is iets dat iedereen doet maar waar een groep mensen veel ophef over maakt. Hier kunnen de context-driven gemeenschap en DEWT in het bijzonder een les leren, want blijkbaar zijn we niet in staat geweest om aan te geven wat het belang is van het paradigma, de semantiek, wat voor context-driven testers boerenverstand is en waarom we er graag over praten. Duidelijke lessons learned dus.

phoca_thumb_l_rik_3677phoca_thumb_l_rik_3683phoca_thumb_l_rik_3792

Wat kunnen de context driven test gemeenschap en specifiek DEWT verbeteren?
Een meermaals gehoorde opmerking was dat na een aantal presentaties mensen nog steeds niet weten wat CDT eigenlijk is of, zoals eerder aangegeven, dat context-driven testers een groep mensen zijn die nodeloos ingewikkeld doen. DEWT stelt zichzelf tot taak, zonder het te simplificeren, beter uit te leggen wat context-driven testing is. We willen deze handschoen direct oppakken:

  • de eerste stap is het delen van onze ervaring van het TestNet Najaarsevenement;
  • de tweede stap is een artikel voor TestNet Nieuws met de nadere uitleg van context -driven testen.

Bovendien zijn we natuurlijk aanspreekbaar voor vragen en discussies.
Terugkijkend op het evenement, kunnen we als DEWT stellen dat het een leerzame dag was, waar ruimte was voor verschillende geluiden en visies. We hopen dat een aantal testers heeft gemerkt dat context-driven testing bij ze past en dat ze er graag meer over willen weten. Schroom niet om de leden van DEWT aan te spreken. Wil je er verder over discussiëren of een bijeenkomst organiseren voor je collega’s om er over te praten? Wij helpen je graag! Wij zijn onder andere te bereiken via http://dewt.wordpress.com.
Referenties uit beide delen
[1] Website van DEWT – http://dewt.wordpress.com
[2] Zie TestNet Nieuws 2013-2 – https://www.testnet.org/testnet-nieuws/testnet-nieuws.html
[3] Blog ‘Context-driven (presentation) heuristics’ – http://www.huibschoots.nl/wordpress/?p=1528
(c) Alle foto’s van de TestNet bijeenkomst zijn gemaakt door Rik Marselis. De volledige foto rapportage vindt u hier.

7 reacties

  1. Beste Philip,
    Allereerst dank voor de het mooi geschreven overzicht in de twee artikelen. Vorige week leek ik nog aardig positief uit de DEWT beoordeling te komen, dus ik genoot in stilte. Echter, deze week word ik ruw wakker geschud. Dus geheel in lijn met jouw advies (eh.. hét advies van de grote James Bach) mijn reactie:
    Huh? Ik heb iets gezegd wat echt hélemaal niet kan en ik heb dus last van een groot misverstand dat ik artefacten verwar met paradigma’s. Ik laat het even op me inwerken: totnutoe heb ik nooit gedroomd over artefacten en paradigma’s, maar ik sta open voor lessen uit andere disciplines want dat werkt inderdaad verrijkend. Je toelichting in de volgende zinnen maakt duidelijk wat je bedoeld.
    Echt waar? Dus ik zou gezegd hebben dat een tester van de ene school wel iets kan mixen met iets uit de andere school? Hoe durf ik! Maar is dat écht waar? Wie van de DEWT was aanwezig en heeft dit zo geïnterpreteerd? Ik heb de neiging om nu letterlijk jouw alinea te quoten die je na de drie vragen hebt gezet. Aannames!
    In mijn inleiding heb ik toegelicht dat de ‘scholen’ een mooi instrument zijn om de ontwikkelingen in het vakgebied te duiden, maar ook niet meer dan dat. Maar het is een vreemde gedachte dat testers opeens (zonder dat ze erom gevraagd hebben) allemaal tot een specifieke school zouden behoren. En sterker nog: het is zeer bedreigend als je vervolgens te horen krijgt dat je helemaal niks mag mixen. Gelukkig: hier maakt de DEWT een belangrijk voorbehoud: “Vanuit de context-driven gedachte…” . En hier haak ik af. Hoe kun je enerzijds beweren dat je enorm open moet staan voor alles wat er gebeurd in je context en je enorm veel kunt leren van andere disciplines (hoe waar!!), terwijl je anderzijds binnen de testwereld een positie inneemt waaruit blijkt dat je niet openstaat voor eigen vakgenoten die, volgens jullie, tot een andere school behoren?
    DUS?: Beste DEWT leden: ik heb nooit gezegd dat een tester tot een bepaalde school behoort. Voor mij bestaat er niet zoiets als een ‘factory-tester’ of ‘Analytical-tester’. En hier wordt het misschien gevoelig want de echte context-driven tester lijkt het wel heel belangrijk te vinden om bij die ene school te horen. Maar voor mij bestaat ‘de context-driven tester’ ook niet. Iedere tester is uniek.
    We zijn allemaal bezig met het mooie testvak. Uiteindelijk wil onze opdrachtgever maar één ding: voor zo weinig mogelijk geld en zo snel mogelijk met de best haalbare kwaliteit in productie. Vanuit die optiek is hij totaal niet geïnteresseerd in een vage discussie over ‘scholen’, maar wil hij wel de beste testers die in lijn met zijn belang kunnen werken.
    Mijn les is (en tip voor jullie): we kunnen allemaal van elkaar leren, maar sta dan wel open voor iedereen. (PS: volgende week volgt een artikel van mij waar ik vanuit een wat andere invalshoek dit ook zal beschrijven).
    Met vriendelijke groet, Eibert

  2. Hoi Eibert,
    Ik kan niet anders dan je een pluim toekennen voor je reactie, om diverse redenen, maar met name om het aanstippen van de attitude die er lijkt te zijn in ‘het doen’ versus ‘het verkondigen’ (oftewel; If your’e going to talk the talk, you’ve got to walk the walk’) is mij een doorn in het oog.
    Vanuit Alkmaar steek ik je een hart onder de riem!
    Groet
    Nathalie

  3. Beste Eibert,
    dank voor de reactie!
    Ik zal proberen te schetsen wat mijn idee van het begrip ‘scholen’ is, waarom de discussie over ‘scholen’ niet vaag is, wat het belang van de ‘scholen’ is en wat het risico is als je ontkent dat mensen onderdeel van een ‘school’ kunnen zijn.
    Je schrijft: “totnutoe heb ik nooit gedroomd over artefacten en paradigma’s”. Dat kan, echter het verschil zit wel in deze termen verweven. Een school bestaat uit aantal ideeën of zienswijzen die een groep mensen delen. Je kunt deze zienswijzen en ideeën waarnemen door na te gaan hoe mensen tegen testen aan kijken, maar zeker ook breder tegen software ontwikkeling en zelfs hoe je in de wereld staat.
    ‘Scholen’ zijn een instrument om de ontwikkelingen in het vakgebied te duiden, zoals jij stelt, als je vanuit historisch perspectief verschillende scholen identificeert en bekijkt wanneer welke scholen opkwamen of wegvielen. Daarnaast zijn ‘scholen’ ook op dit moment aanwezig. ‘Test scholen’ zijn onderdeel van het huidige test landschap. Een ‘school’ staat, zoals eerder vermeld voor een aantal ideeën of zienswijzen die een groep mensen delen. Het onderscheid in ‘scholen’ legt verschillende zienswijzen bloot. Het is moeilijk voor te stellen dat “testers are gatekeepers of quality” (Quality Assurance school of testing) en “testing provides information to the project” (context-driven school of testing) dezelfde zienswijzen delen. Daarmee geeft het onderscheid in ‘scholen’ geen oordeel over juistheid of objectieve waarheid die een school zou bezitten. Het helpt alleen maar om in kaart te brengen welke zienswijzen er zijn.
    Het idee ‘scholen’ helpt om begrip te krijgen waar ideeën vandaan komen en wat termen in een bepaalde ‘school’ betekenen. Ik denk dat we kunnen stellen dat er geen uniform vocabulaire is om test gerelateerde activiteiten te omschrijven of te definiëren. Sommige mensen willen ons misschien graag anders doen geloven, maar dat is marketing (om, zoals jij hem noemt; “de grote James Bach” aan te halen). Ik zal een aantal voorbeelden geven waar het vocabulaire ver uit elkaar loopt; onderzoekend testen, systeem testen, risico gebaseerd testen, zwarte doos testen. Er is ook een duidelijk verschil waarneembaar hoe verschillende ‘scholen’ tegen het belang van documentatie aankijken. Een punt uit het Agile manifesto is “Working software over comprehensive documentation”. Een punt uit de Quality Assurance school: “If it ain’t documented it didn’t happen”. Ik durf hier te stellen dat de paradigma’s van beide scholen ver uit elkaar liggen.
    Een ander voorbeeld; Er zijn boeken verschenen met de titel ‘agile testen’ of varianten hierop. Blijkbaar is, voor de schrijvers, de toevoeging ‘agile’ van belang. Een toevoeging als agile onderkent dat het van belang is om te weten dat agile testen een idee over testen is. De ‘scholen’ in hun waarde laten en accepteren dat ze bestaan helpt juist om een beter begrip van het huidige test landschap te krijgen. Het kan zijn om nieuwe zaken te leren waar je achter staat, of juist waar je niet achter staat. In beide gevallen krijg je meer inzicht in je vakgebied.
    Het is bijzonder vreemd dat je een link legt tussen de stelling dat je scholen niet kunt mixen en daarom niet bereid zou zijn om te leren van mensen uit andere scholen. Begrip over verschillende scholen is juist een handig hulpmiddel om te leren! Meegaan in een gedachte van iemand is makkelijker als je al enig begrip hebt over de zienswijzen en ideeën van waaruit een gedachte wordt vormgegeven.
    Met dit artikel willen we ook duidelijk maken dat we als DEWT graag ervaringen willen uitwisselen, ideeën willen delen en in discussie treden. Dit staat ook beschreven in de laatste alinea van het artikel. We willen ook meer informatie geven over wat context-driven testen behelst. Het is, wat mij betreft, prima als mensen context-driven testen volstrekte lariekoek vinden, omdat het niet past binnen hun zienswijze, zolang ze het maar over context-driven testen hebben als ze context-driven testen bekritiseren.
    Een ‘school’ is ook een sociale context waarin je, je begeeft. Er kan namelijk pas sprake zijn van een ‘school’ als er een gemeenschap is die de ideeën van die ‘school’ onderschrijft. Als je als mens binnen een sociale context niet uniek kunt zijn, dan kun je alleen uniek zijn als je, je buiten iedere sociale context plaatst. Hoe zie je dat voor je?
    Je stelt: “de context-driven tester bestaat niet”. Ik durf hier te stellen dat een context-driven tester een tester is die waarden en zienswijzen uit de context-driven school deelt. Geloof me, deze testers bestaan echt! Er bestaan ook testers die waarden en zienswijzen uit de agile ‘school’ delen, of welke andere school dan ook.
    Dat een opdrachtgever, bijvoorbeeld een baas van een grote organisatie niet geïnteresseerd is in discussies over ‘scholen’ kan ik me voorstellen. Net zoals diezelfde directeur niet geïnteresseerd is in de TestNet organisatie, Rapid Software Testing, Tmap, ISTQB, TDD, tools, boeken, blogs, artikelen et cetera. Dat doet niets af aan het belang voor testers. Je verdiepen in ‘scholen’ kan namelijk een middel zijn om onderzoek te doen naar je vakgebied.
    Ik begrijp niet dat je de discussie over scholen een vage discussie noemt, er was tenslotte een aantal sprekers op het TestNet evenement die het begrip ‘scholen’ aanhaalden, waar jij er blijkbaar één van was. Ik denk niet dat één van de sprekers bewust vaag wilde doen, maar met veel inzet en passie een goed verhaal wilde vertellen. Het was en is heel goed mogelijk om over context-driven testen te praten, zonder over ‘scholen’ te praten. Het idee ‘test scholen’ heeft namelijk niets meer of minder met context-driven testen te maken dan met andere ‘test scholen’.
    In sommige fora of blogs geven mensen visies aan waar testen in de toekomst naar toe gaat. Vaak lees ik dat de trends liggen in onder andere cloud computing, mobiele applicaties en security testen. Op technologisch vlak is dit misschien wel juist, en dat kan betekenen dat je kennis over bepaalde tools en technieken je eigen moet maken. Een risico dat kan ontstaan is dat als je trends beperkt tot technologische trends je de basis ideeën over testen buiten beschouwing laat. Waarom lees ik niet dat het belangrijk is dat je, je als tester meer moet gaan verdiepen in systeem denken? Wellicht gaat een trend worden dat boeken van Ludwig von Bertalanffy als standaardwerk in iedere boekenkast van een tester komen te staan. Joris Meerts heeft over dit onderwerp een erg goede blog geschreven. Zie de volgende link: http://blog.testingreferences.com/2013/08/03/the-gartner-bias-in-software-testing/ .
    Onderzoeken wat er in de testgemeenschap gebeurd en ‘scholen’ als hulpmiddel gebruiken kan nuttig zijn om op een andere manier over trends of visies te praten. Het ontkennen dat testers tot een bepaalde ‘school’ kunnen horen en dus het bestaan van een ‘school’ ontkennen zal misschien geen invloed hebben aan de oppervlakte, bijvoorbeeld kennis van nieuwe tools en technieken, maar zal ons niet helpen om het test vak te onderzoeken.
    met vriendelijke groet,
    Philip

  4. Beste Eibert,
    In je reactie zeg je:
    “Uiteindelijk wil onze opdrachtgever maar één ding: voor zo weinig mogelijk geld en zo snel mogelijk met de best haalbare kwaliteit in productie. Vanuit die optiek is hij totaal niet geïnteresseerd in een vage discussie over ‘scholen’, maar wil hij wel de beste testers die in lijn met zijn belang kunnen werken.”
    En in een eerdere blog post zeg je:
    “Je zal maar een opdrachtgever zijn: ben je dan überhaupt wel geïnteresseerd via welke school wordt getest? Of gaat het dan alleen nog om effectief en efficiënt testen?”
    (http://www.praegus.nl/blog/159-het-beste-van-vijf-contexten.html)
    Bedoel je dat het voor een opdrachtgever niet uitmaakt op basis van welke visie er getest wordt? Of dat bepalen wat effectief en efficiënt testen is, volledig los staat van welke visie je op testen hebt? Of bedoel je dat de opdrachtgever bepaalt wat effectief en efficiënt testen is en dat de mening van de tester hierover niet te zake doet?
    Hoe dan ook ben ik het met alle drie die interpretaties oneens.
    Want die verschillende visies, die liggen in de kern van het concept ‘school’. Als je alle visies van alle testers in kaart zou brengen, dan zie je daar patronen in staan op inhoudelijk en op sociaal vlak. Er tekenen zich groepen af van mensen die grotendeels dezelfde visie op testen delen. De veschillende scholen zijn een poging om die groepen in kaart te brengen.
    En daarom zou het voor een opdrachtgever wel belangrijk moeten zijn met welke school een tester zich identificeert. Het vertelt hem (of haar) namelijk hoe die tester denkt over testen (Wat is het doel van testen? Wat is goed testen? Wat is slecht testen?) en dat bepaalt wat die tester aan die opdrachtgever is aan het verkopen. Of het moet zo zijn dat de opdrachtgever alleen maar een tester nodig heeft, zodat hij achteraf kan zeggen dat er getest is, natuurlijk…
    Met vriendelijke groeten,
    Joep

  5. Ik ben het helemaal met Joep eens: het is voor een opdrachtgever en alle andere betrokkenen HEEL ERG belangrijk om te weten hoe een tester tegen testen aankijkt (het zogenaamde paradigma). Veel opdrachtgevers, maar ook (project) managers weten te weinig van testen. Daarom is het belangrijk om duidelijk te zijn over wat wel en niet te verwachten is. Daar is nog heel veel winst te behalen voor ons vakgebied. Volgens mij is er een fundamenteel verkeerd beeld van testen in de IT. Een manier om over testen te praten zijn de scholen. Maar wat mij betreft mag dat ook op een andere manier…

    Maar het is een vreemde gedachte dat testers opeens (zonder dat ze erom gevraagd hebben) allemaal tot een specifieke school zouden behoren. En sterker nog: het is zeer bedreigend als je vervolgens te horen krijgt dat je helemaal niks mag mixen.

    Waarom is dat een vreemde gedachte? We delen in ons leven alles in categorieën in, dus waarom testers niet? Wij testers houden toch van equivalentieklassen? 😀 Uiteraard is het maar een model en een model is een vereenvoudiging en daarmee altijd onvolledig. Er is niet gezegd dat je niet mag mixen, er is gezegd dat je niet kan mixen. Zoals Philip in zijn reactie uitlegt, gaat het om een wereldbeeld. De scholen zijn misschien te vergelijken met archetypes…

    En hier haak ik af. Hoe kun je enerzijds beweren dat je enorm open moet staan voor alles wat er gebeurd in je context en je enorm veel kunt leren van andere disciplines (hoe waar!!), terwijl je anderzijds binnen de testwereld een positie inneemt waaruit blijkt dat je niet openstaat voor eigen vakgenoten die, volgens jullie, tot een andere school behoren?

    Hoe kom je erbij dat context-driven testers of DEWT leden niet opstaan voor anderen? Juist in de context-driven community wordt veel over de grenzen van het vakgebied gekeken… Sociale wetenschappen zijn daar een mooi voorbeeld van. Boeken als Thinking fast and slow van Daniel Kahneman, Tacit and Explicit Knowledge van Harry Collins en The Black Swan van Nassim Nicholas Taleb zijn erg populair. Ik sta wel degelijk open voor anderen. Dat ik (en de meeste context-driven testers met mij) kritisch tegenover bepaalde dingen sta, is wat anders dat er niet voor openstaan. Afgelopen DEWT avond was Jan Jaap Cannegieter bij ons te gast. Voor onze peer conferenties nodigen we iedere keer mensen uit die niet direct tot de context-driven school horen. Zo waren Rik Marselis en Jurian van der Laar eerder bij ons te gast. Misschien wil jij ook een keer aanschuiven?

    We zijn allemaal bezig met het mooie testvak. Uiteindelijk wil onze opdrachtgever maar één ding: voor zo weinig mogelijk geld en zo snel mogelijk met de best haalbare kwaliteit in productie. Vanuit die optiek is hij totaal niet geïnteresseerd in een vage discussie over ‘scholen’, maar wil hij wel de beste testers die in lijn met zijn belang kunnen werken.

    Wat is de best haalbare kwaliteit? Hoe weet een opdrachtgever dat? Wat ik al eerder zei, de meeste opdrachtgevers weten veel te weinig van testen om dat te kunnen beoordelen… Je doet alsof het heel simpel is: de best haalbare kwaliteit. Maar dat is juist dé essentie van ons mooie vak: perceptie, meten, verschillende doelgroepen, mensen, etc. Dat maakt een simpel „ding” als best haalbare kwaliteit behoorlijk lastig. Om James Bach maar weer eens te quoten: “Testing is an infinite process of comparing the invisible to the ambiguous in order to avoid the unthinkable happening to the anonymous”.
    Ik kan me overigens indenken dat onze opdrachtgevers niet zitten te wachten op discussies over scholen. Inderdaad, dat ben ik in veel gevallen met je eens. Maar dat betekent niet dat wij als testers deze discussie uit de weg moeten gaan. Ik irriteer me behoorlijk aan mensen die veel discussie af doen als vaag, geneuzel en gezeur. Om echt te kunnen discussiëren en elkaar goed te begrijpen en dus van elkaar te leren, moeten we weten wat we verstaan onder testen en wat de paradigma’s zijn. Systeem test? Interessant, wat versta jij precies als je dat zegt? Veel te vaak begrijpen we elkaar maar half en is de discussie dus gebaseerd op oppervlakkige overeenstemming. Dat is jammer. En ik hoop dat we dat kunnen veranderen.
    Overigens: ik ben een context-driven tester én ik ben uniek. Want dat iedere tester uniek is, ben ik met je eens. Dat context-driven testers niet bestaan, ben ik uiteraard niet met je eens. Maar we hanteren andere definities, dus dat kan.

  6. Beste Eibert,
    In je reactie vraag je wie van de DEWT’s aanwezig was bij je presentatie. Dat was ik.
    Ik heb me bij de presentatie alleen kenbaar gemaakt als context-driven tester en niet als DEWT. De reden was dat ik de discussie niet verder wilde afleiden van de inhoud. En ook in het artikel wilde ik het inhoudelijke aspect benadrukken.
    Het doel van het artikel was het context-driven gedachtegoed verder duiden en het ontkrachten van wijdverbreide misvattingen. Het punt dat we hier wilde maken is het onderscheid tussen paradigma en artefact. En dat een paradigma of gedachtegoed, volgens de context-driven school, in basis niet verenigbaar is. Daarentegen is het mixen van technieken en methodes die zijn voortgekomen uit verschillende scholen vaak een goede/onvermijdelijke aanpak. Dat bestrijden we ook helemaal niet. Integendeel. Ook het leren van andere scholen dat past juist goed in de context-driven gedachte.
    Toch heb ik het idee (aanname) dat je meer reageert op de positie die we binnen de testwereld innemen dan op het artikel zelf. Klopt dat?
    Als DEWT hebben we getracht onze punten in dit artikel zo genuanceerd mogelijk te brengen. Juist omdat we er bewust van zijn dat in de testwereld de toon van de discussie de boventoon heeft gevoerd. Dat is niet de manier en willen we veranderen. Dat is voor ons een harde en soms lastige ‘leerschool’. Voor mij persoonlijk is de toon een reden waarom ik me naar buiten toe nooit enorm als DEWT heb geprofileerd. Op basis van je vraag vind ik een reactie van mijn kant nu wel op zijn plaats.
    Dan wil ik besluiten met waarom ik toch trots ben een DEWT te zijn. Ik geloof dat voor effectief en efficiënt testen geen vast recept bestaat. Brede kennis (van methoden, technieken, heuristieken, standaarden en werkwijzen uit verschillende scholen en domeinen) helpt mij de aanpak te kiezen die op dat moment het beste past. Dat pas ik ook zo veel mogelijk toe in mijn praktijk. En over mijn praktijk wissel ik graag ervaringen uit met andere testers: context -driven of niet. DEWT is een goed gremium om allerlei ervaringen te delen en diepgaande discussies te voeren. Dat vind ik leerzaam en leuk. Maar nu loop ik vooruit op een serie van blogposts waarin alle DEWT’s persoonlijk aangeven wat hen drijft.
    Dus wie nog niet door de toon is afgeschrikt, nodig ik van harte uit ons blog te volgen of contact op te nemen.
    Hartelijke groet,
    Jeanne Hofmans

  7. Met grote interesse heb ik jullie reacties gelezen. En ze zijn goed doordacht, dus sommige heb ik zelfs meerdere keren op me laten inwerken. In de reacties proef ik ook respect en alleen daarom al kan dit een goede opmaat vormen.
    @Philip: je geeft een goede toelichting op de scholen. Ook ik maak daar gebruik van, terecht opgemerkt en ben het daarom eens dat inzicht in zienswijzen ons verder helpt. Toch het voorbehoud: sta mij toe dat ik geen expliciete keuze maak. Waarom? Ik zie grote organisaties die in hun diversiteit meerdere zienswijzen herkenbaar toepassen. Dat valt niet eenvoudig te combineren, maar kan wel (weliswaar op afstand) naast elkaar bestaan.
    @Joep & Huib: was het maar waar dat de opdrachtgever zijn visie op dit gebied helder heeft. Vaak niet en zul je een zoektocht met hem aan moeten gaan. Voor alle duidelijkheid: dat vind ik ook belangrijk. Het woordje ‘vage’ is geschreven vanuit de optiek van de opdrachtgever. Het feit dat we hier gezamenlijk reageren is voor mij ook het beste bewijs dat we belang hechten aan dit gesprek.
    @Jeanne: respect voor je openheid. Mijn reactie was ingegeven doordat ik mezelf niet herkende in de getrokken conclusies.
    Met vriendelijke groet, Eibert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *